Meer over Peruvian Torch
Nog een ander lid van de Echinopsis-familie (geslacht!), de Peruvian Torch, wetenschappelijk geclassificeerd als Echinopsis peruvianus (syn. Trichocereus peruvianus) is een van de meest magische in zijn soort. De inheemse bevolking in het noorden van Peru is al heel lang bekend dat sjamanen uit pre-Inca beschavingen gebruik maken van een speciaal brouwsel van deze cactus, genaamd "cimora", "achuma" of "huachuma", tijdens spirituele en medicinale ceremonies.
Het is heel gemakkelijk om de verschillende Echinopsis soorten met elkaar te verwarren. De beste manier om de Peruvian Torch te herkennen is echter door de kleur van de ruggengraat, die bij het ouder worden van bruin naar grijs gaat, en zijn grootte te analyseren. Zo heeft de E. Peruviana bijvoorbeeld veel langere stekels dan die van de San Pedro (Echinopsis pachanoi).
Zoals de meeste van het Echinopsis geslacht, wordt de Peruvian torch meestal gevonden in het Andesgebergte, in het bijzonder in het gebergte van Peru en Ecuador. Op hoogtes die variëren van 2000 tot 3000 meter boven de zeespiegel is deze cactus gewend aan zware omstandigheden, waardoor het een uitstekend advies is voor degenen die nieuw zijn in het cultiveren van cactussen.
De Peruvian Torch is een snelgroeiende, zuilvormige cactus, die tot 30 cm per jaar kan groeien. Hij heeft een groene blauwachtige kleur en wordt tot 4 meter hoog, met een diameter tussen 15 en 20 cm. In bijzondere omstandigheden kan deze cactus zelfs 6 meter hoog worden! Hij heeft de neiging om 6 tot 8 ribben te hebben met grote areolen die 2 tot 2,5 cm uit elkaar liggen. De stekels groeien in groepen van ongeveer 10 en kunnen tot ongeveer 4 cm lang worden. De stekels zijn helemaal niet gezwollen aan de basis.
Het kweken van een Peruvian Torch lijkt enigszins op het kweken van een San Pedro. Hij kan iets meer water nodig hebben dan de meeste andere cactussen, zolang de grond maar droog wordt gehouden. Tijdens de winter is het een goed idee om de cactus te laten overwinteren om zo te voorkomen dat hij gaat etioleren. Als hij begint te groeien, moet je hem onder de schaduw houden. Als de cactus groeit, kun je de periodes van direct zonlicht laten intercaleren met periodes van indirect zonlicht. Standaard cactusgrond is een goede optie voor deze plant. Het is aan te raden om de grond vervolgens te mengen met een mineraal substraat zoals puimsteen of lava.
Verzorgingstips:
Plaats na levering de onbewortelde stek in een pot met droge, goed drainerende cactusaarde en zet deze op een lichte plaats maar niet in direct zonlicht. Na een maand mag je de stek heel voorzichtig wat meer zon en een beetje water beginnen geven.
Let op dat je de plant niet teveel giet voor hij wortels heeft en hem geleidelijk aan volle zon laat wennen om zonnebrand te voorkomen. Laat de aarde uitdrogen tussen de gietbeurten in, in de zomer zal je vaker moeten gieten dan in de lente of de herfst en in de winter hoeft je cactus zelfs helemaal geen water.
Wetenschappelijke naam
Echinopsis peruvianus (=Trichocereus peruvianus)