Cebil

Anadenanthera colubrina, kortweg Cebil genoemd, is een boom afkomstig uit Zuid-Amerika. Ze behoort tot de leguminosae, ofwel de bonenfamilie. Verschillende onderdelen van deze boom, waaronder de bast, vruchten en zaden bevatten krachtige psychoactieve stoffen, waaronder bufotenine, 5-MeO-DMT en DMT. Voor inheemse volkeren is deze boom heilig en worden haar magische eigenschappen toegeschreven.

Anadenanthera colubrina kent verschillende bijnamen, waaronder Cebil, vilca en huilco. Ze komt voor in verschillende delen van Zuid-Amerika, waaronder Argentinië, Bolivië, Peru, Brazilië, Ecuador en Paraguay. De boom kan zo’n 5 tot 20 meter hoog worden en kan omschreven worden als een snel groeiende plant. Twee jaar na ontkieming kan ze al vruchten geven. De Cebil boom groeit graag in goed gedraineerde aarde, bijvoorbeeld in rotsachtige gebieden. Ze is sterk verwant aan een andere boom van dezelfde familie, Anadenanthera peregrina. Ook deze soort kent een geschiedenis aan traditioneel gebruik en bevat eveneens de psychoactieve inhoudsstoffen. Van deze soort wordt tevens het snuifsel genaamd Yopo gemaakt. 

Entheogeen gebruik

Toen Columbus tussen 1493 en 1496 voor de tweede maal naar Amerika reisde, beschreef hij een mysterieus poeder, dat de indianen gebruikten. De ‘koningen’ van de Taìno indianen, afkomstig van het eiland Hispaniola (Antillen) gebruikten dit middel om op die manier hun bewustzijn te verliezen (of wellicht eerder te verruimen). Columbus gaf Friar Ramòn Pané de opdracht de indianen te bestuderen en te documenteren wat er nu precies gebeurde. Pané beschreef hoe de sjamaan ofwel buhuitiu. ‘Hij gebruikt een mengsel dat hij cohoba noemt en snuift het op. Hierna is hij onder invloed en weet niet meer wat hij doet…’ 

Ook zou Cebil gebruikt worden door de Inca’s als klysma, oftewel middel dat via de anus werd geïnjecteerd. Het is niet duidelijk of dit werd gedaan als purgeermiddel, of om op die manier onder invloed te raken. 

Er is een rapport bekend afkomstig uit Peru, zo rond 1571, vermeld dat Inca sjamanen Cebil namen om op die manier in contact te kunnen komen met de duivel en zo de toekomst konden voorspellen. Vanuit Argentinië is bekend dat de eerste Spanjaarden ontdekten dat de Comechin indianen Cebil namen als snuifmiddel om op die manier ‘geïntoxiceerd’ te raken. Ook werd er op de bladeren gekauwd, om het uithoudingsvermogen te verbeteren. Aangezien deze culturen zijn verdwenen is de hoeveelheid overgeleverde kennis van historisch gebruik gelimiteerd.

Voor de traditionele bevolking, bijvoorbeeld de Quechua indianen, was de Cebil boom van grote, magische waarde. Van de zaden (de ‘bonen’) werd een entheogeen snuifmiddel gemaakt, dat eveneens Cebil wordt genoemd. De bonen worden eerste geroosterd, vervolgens verpulverd en vermengd met as of schelpen om op die manier de inhoudsstoffen actief te maken. Dit snuif mengsel was bekend onder indianen uit het Orinoco bassin in Colombia en Venezuela. Cebil wordt met behulp van een bamboestokje of pijpje bij elkaar in het neusgat geblazen en zorgt voor een sterk visuele spirituele ervaring. Soms wordt Banisteriopsis caapi toegevoegd. Deze plant wordt toegevoegd aan Ayahuasca. Ze bezit de kwaliteit DMT oraal actief te maken. Door haar toe te voegen aan het snuifsel, activeert ze de inhoudsstoffen, waardoor het effect krachtiger wordt. Dit dankzij de stoffen harmine en harmaline, plant stoffen die een MAO-remmend effect hebben. Hierdoor worden bepaalde stoffen, zoals DMT, niet meteen door het lichaam afgebroken (waardoor ze hun effect niet kunnen uitoefenen), maar wordt het enzym dat hiervoor verantwoordelijk is tijdelijk uitgeschakeld. Hier moet bij vermeld worden dat vermalen B. caapi zeer onaangenaam is om te snuiven. Het snuiven van Cebil is hoe dan ook een pijnlijke ervaring en verschillende ervaringsverhalen tonen aan dat het niet iets is voor mensen met een ‘zwakke neus’. Tegenwoordig wordt Cebil nog altijd gebruikt dooru het volk dat leeft in het Orinoco bassin in Colombia. 

Hoe wordt A. colubrina traditioneel gebruikt?

Er zijn verschillende manieren waarop inheemse volkeren A. colubrina gebruikten. Zoals eerder vermeld worden verschillende delen van de boom gebruikt voor bepaalde toepassingen. De zaadhulzen tonen, wanneer zij geopend worden, drie tot tien zaden of ‘bonen’. Wanneer deze rijp zijn, worden ze verzameld tijdens een ceremonie, dit is meestal rond januari of februari. Vaak worden er zeer grote hoeveelheden van de zaden bijeengeraapt. Eerst worden de zaden lichtjes bevochtigd en samengeperst, vervolgens wordt dit mengsel boven een vuur langzaam geroosterd. Het uitgeharde geheel kan bewaard worden voor later gebruik. Er zijn ook andere manieren, waarbij de zaden in hun geheel worden geroosterd en vervolgens vermalen tot poeder met behulp van een speciaal daarvoor vervaardigt instrument van hardhout. 

Chemische samenstelling van A. Colubrina

Anadenanthera colubrina bevat verschillende inhoudsstoffen, waaronder een aantal zeer sterke psychoactieve substanties. De bast van de boom bevat 5-MeO-DMT, DMT en methyltryptamine. De zaden, of bonen van de boom bevatten in de hoogste concentratie bufotenine en kleinere hoeveelheden bufotenine-oxide en DMT. De bladeren bevatten concentraties van de flavonoïde orientin en viterin. 

Wat is bufotenine?

Bufotenine (5-HO-DMT) is een tryptamine die qua chemische structuur sterk verwant is aan psychedelische stoffen zoals DMT, mescaline en psilocybine. Deze psychoactieve stof is vernoemd naar het paddengeslacht Bufo. Verschillende padden uit dit geslacht scheiden een gif uit waar bufotenine in zit. Een voorbeeld is de Coloradopad (Bufo alvarius), een pad die een bepaald gif uitscheidt via klieren in zijn huid. Dit gif bevat verschillende tryptamines, waaronder bufotenine en 5-MeO-DMT. 

Bufotenine komt ook voor in paddenstoelen van het geslacht Amanita, waaronder de Vliegenzwam (Amanita muscaria) en de gele knolamaniet (Amanita citrina). Over bufotenine bestaat nog bepaalde onduidelijkheid wat betreft psychoactieve effecten. Verschillende onderzoeken wijzen uit dat de stof een merkbaar psychoactief effect veroorzaakt, in andere gevallen bleven deze effecten uit. Hierdoor is er geen duidelijkheid over werkzame doseringen. Volgens onderzoeker Jonathan Ott spreekt met bij 8 tot 15 mg bufotenine van een standaard dosering (wanneer ze wordt gesnoven). 

Combinatie Syrian Rue en Cebil

Om de psychedelische inhoudsstoffen van A. Colubrina te versterken, worden ze wel gecombineerde met een zogenaamde MAO-remmer. Het effect van een MAO-remmer is dat het de afbraak van bepaalde enzymen vertraagt. Hierdoor blijven bepaalde stoffen, zoals bijvoorbeeld DMT, langer in het lichaam aanwezig en kunnen op die manier hun werking uitoefenen. Voorbeelden van planten die een MAO-remmende werking hebben zijn Syrian Rue (Peganum harmala) en in mindere mate Passiebloem (Passiflora incarnata). Een waarschuwing is hier op zijn plaats: De versterkende werking van deze planten kan een psychedelische ervaring met grote mate intensiveren. Maar combinaties met bepaalde stoffen kunnen zelfs zeer gevaarlijk zijn. Lees daarom altijd onze uitgebreide uitleg voordat je met MAO-remmers gaat experimenteren, en bekijk zeker deze lijst met stoffen die je niet moet gebruiken gedurende minstens 24 uur voor en 24 uur na het gebruik van MAO-remmers.  

In The Entheogen Review, een tijdschrift gewijd aan onderzoek naar ‘visionaire planten en drugs’, publiceerde een artikel waarin A. Peregrina (het verwante zusje van A. Colubrina) werd gecombineerd met Banisteriopsis caapi, de liaan die als belangrijk ingrediënt dient in het bereiden van Ayahuasca. Zij bezit eveneens de MAO-remmende werking, dankzij de harmala alkaloïden. Beiden planten waren tot poedervorm verwerkt en werden op die manier gesnoven. 

Een andere variant die werd uitgeprobeerd, was het roken van het zaad van A. Colubrina. In dit experiment werd één zaad of boon gerookt met behulp van een pijpje. De boon was vers (in tegenstelling tot de traditionele wijze waarbij het zaad eerst gedroogd wordt, vervolgens kort in een pan verhit en dan tot poeder verkruimeld) en veroorzaakte een kortdurende visuele ervaring. De visuals waren zeer sterk en veranderden razendsnel hun patroon. Vijf uur later werd dit herhaald maar nu in combinatie met het zaad van Syrian Rue (ongeveer 150 mg). Het roken van deze twee substanties veroorzaakte wederom sterke visuele patronen, die dit keer een bepaalde 3D structuur kregen en meerdere keren radicaal van ‘thema’ veranderen. Interessant om te vermelden dat de visuele effecten enkel zichtbaar waren met de ogen dicht. Deze closed-eyed visuals waren intens en kleurrijk. Met geopende ogen zag de omgeving er nagenoeg normaal uit. 

Ter vergelijking duurde het roken van enkel het zaad van A. Colubrina zo’n zeven minuten. In combinatie met Syrian Rue verlengde de ervaring zich aanzienlijk: de effecten kwamen binnen 5 minuten op, piekten voor 15 minuten en bleven nazinderen voor zo’n 25 minuten. 

Effecten van Anadenanthera colubrina

Zoals eerder vermeld zorgen de krachtige psychedelische bestanddelen die teruggevonden worden in het zaad van A. Colubrina voor sterk visuele effecten. Deze verschillen afhankelijk van de chemische samenstelling van het zaad en de persoonlijke data van de gebruiker (tolerantie voor stoffen, verleden aan gebruik etc.) Schrijver en psychedelica-onderzoeker C. Rätch beschreef zijn ervaring met A. Colubrina als prachtig visueel, met beelden van pre-Columbiaanse kunst uit Mexico en Peru.