Cannabinoïden
Cannabinoïden zijn diverse chemische verbindingen die zich aan speciale receptoren in het menselijk lichaam binden, samen vormen deze het zogenaamde endocannabinoïden-systeem. De metafoor "sleutel en slot" wordt vaak gebruikt om dit proces te beschrijven. Het menselijk lichaam beschikt over specifieke bindingsplaatsen ("sloten") op het oppervlak van vele celtypes, en ons lichaam produceert verschillende endocannabinoïden ("sleutels") die zich binden aan deze cannabinoïde-receptoren (CB) om ze te activeren of "te ontgrendelen".
In 1992 ontdekten onderzoekers voor het eerst een lichaamseigen (endogene) stof die aan cannabinoïdereceptoren bindt. Deze stof, anandamide genaamd, komt van het Sanskriet "Ananda" voor gelukzaligheid en "amide" vanwege zijn chemische structuur. In 1995 werd een tweede endocannabinoïde ontdekt, 2-arachidonoyoylglycerol (2-AG). Deze twee endocannabinoïden zijn de best bestudeerde tot nu toe. Vandaag de dag wordt gedacht dat er ongeveer 200+ verwante stoffen bestaan, die lijken op de endocannabinoïden en hun functie aanvullen in wat het zogenaamde "entourage-effect" wordt genoemd. Verschillende endocannabinoïden binden niet alleen aan cannabinoïdereceptoren, maar ook aan een eventuele CB3-receptor (de GPR55-receptor), vanilloïdereceptoren en andere receptoren.
Naast endocannabinoïden hebben wetenschappers nu ook cannabinoïden geïdentificeerd die in de cannabisplant (fytocannabinoïden) zijn aangetroffen en die de effecten van sommige endocannabinoïden nabootsen of tegengaan. Fytocannabinoïden en terpenen worden aangemaakt in harsklieren (trichomen) die aanwezig zijn op de bloemen en de bovenste bladeren van cannabisplanten in de bloeifase. De hoeveelheid geproduceerde hars en het gehalte aan cannabinoïden varieert per plant, geslacht, groeiomstandigheden en oogsttijd. De chemische stabiliteit van cannabinoïden in geoogst plantaardig materiaal wordt beïnvloed door vocht, temperatuur, licht en opslag, maar zal na verloop van tijd in alle bewaarcondities afbreken.
Wanneer een cannabinoïde ervoor zorgt dat een receptor op dezelfde manier handelt als bij een lichaamseigen hormoon of neurotransmitter, dan wordt het aangeduid als "agonist". Als de cannabinoïde daarentegen verhindert dat de receptor zich aan de van nature voorkomende verbinding kan binden, waardoor de resulterende gebeurtenis (bijv. pijn, eetlust, waakzaamheid) kan worden gewijzigd of verminderd, wordt deze aangeduid als "antagonist". Er wordt onderzoek gedaan om beter te begrijpen hoe specifieke cannabinoïden specifieke receptoren kunnen ontgrendelen (of in sommige gevallen vergrendelen).
In de cannabisplant zijn meer dan 100 fytocannabinoïden geïdentificeerd, waarvan er vele medicinale waarde toegeschreven worden. Het merendeel is zeer nauw aan elkaar verwant of verschilt slechts met één chemisch onderdeel. De meest besproken en onderzochte cannabinoïden in de cannabisplant zijn tetrahydrocannabinol (THC) vanwege zijn psychoactieve eigenschappen ("high gevoel") en cannabidiol (CBD) vanwege de vermeende medicinale eigenschappen.
Cannabinoïden kunnen worden toegediend door roken, verdampen, orale inname, transdermale pleisters, intraveneuze injectie, sublinguale absorptie of met een rectaal suppositorium.
Vond jij dit artikel interessant en schrijf je zelf ook graag? We zijn altijd op zoek naar mensen die onze passie voor natuurlijke producten delen, en dit kunnen omzetten naar toffe teksten. En we hebben hier een aantrekkelijke beloning voor. Bekijk alle informatie voor schrijvers.