Fase: Groeifase - vegetatieve fase

De vegetatieve fase is één van de fases die een cannabisplant doormaakt. De periode begint na het ontkiemen van het zaadje en eindigt in de bloeifase of generatieve fase.

Wat gebeurt er in de vegetatieve fase?

Planten zullen niet gelijk stoppen met groeien als de generatieve fase is aangebroken. Tijdens de bloei kan een plant nog stevig in grootte toenemen. Hoeveel de plant nog groeit in deze periode is verschillend en hangt af van de soort. De lengte van de vegetatieve fase wordt niet alleen bepaald door de soort maar ook door de omstandig waarin de plant verkeert. Autoflowers, zoals de naam al zegt, stoppen met hun vegetatieve fase als ze volwassen zijn. Ze hebben hier, onder de juiste omstandigheden, ongeveer 3 – 5 weken voor nodig. De meeste kwekers die autoflowers binnen kweken, doen dit de hele levenscyclus op 18 uur licht. Na het ontkiemen vormen zich de eerste blaadjes, dit zijn lob bladeren. De lob blaadjes zijn rond en hebben nog geen kartelingen. Het licht dat deze kleine blaadjes opnemen, wordt omgezet naar energie voor het plantje. Met deze energie is het plantje in staat de voedingsstoffen uit de grond op te nemen. Dit noemt men fotosynthese. Hiervoor zijn drie dingen belangrijk: licht, lucht en water. Het licht en de koolstofdioxide (CO2) die in de lucht zit, zorgen ervoor dat de voeding die de plant door het water opneemt omgezet wordt in glucose. Glucose is een suiker dat zorgt voor celopbouw in de plant. Het opbouwen van de cellen is de plantgroei. Daarom is het belangrijk om een zaadje dat net ontkiemd is in een Spongepot of in een koffiefilter, zo snel mogelijk in de aarde of een ander medium te plaatsen om voedingstoffen te kunnen opnemen. Na de lob bladeren komt het eerste setje bladeren met de kartelingen die kenmerkend zijn voor een wietblad. Het eerste setje kartelbladeren heeft maar één blad. Of vinger, hoe je het noemen wilt. Het setje daarna krijgt drie bladeren, daarna vijf bladeren enzovoort. Als de omstandigheden ideaal zijn en de plant zich goed voelt in zijn omgeving, kunnen bladeren groeien met wel elf vingers.

Wat betekent de vegetatieve fase voor de plant?

Een goed begin is het halve werk. Ook bij het kweken van cannabis. Daarom is de groeifase net zo belangrijk als de bloeifase. Vooral bij een binnenkweek. Je wilt niet te lang voorgroeien, anders groeit de plant de tent uit. Maar je wilt ook niet een te korte groeifase. De plant krijgt dan te weinig tijd om nodes aan te maken. Dit zijn de vertakkingen aan de plant waaraan ze zijscheuten gaat maken. Hoe meer zijscheuten, des te meer zijtakken er gaan groeien die toppen gaan vormen. En meer toppen is een hogere opbrengst. Het gaat dus niet om de grootte van de plant zelf, maar meer over hoeveel toppen je aan één plant kunt krijgen. In een kweektent is dit van belang vanwege de beperkingen van de afmeting van de tent. De kunst is dan om de plant te laten groeien en zoveel mogelijk punten per oppervlak te creëren waar zich de toppen gaan vormen. Met de verschillende training technieken kun je een plant laten groeien die veel bloemen produceert maar toch klein blijft. De plant groeit, de bladeren hebben vijf vingers of meer, de zijscheuten groeien uit naar takjes. Maar onder de grond groeit de plant ook. Een gezonde plant is onder de grond net zo groot als boven de grond. Als een plant groeit, groeit het wortelstelsel nog beter. Van nature heeft een cannabisplant één hoofdwortel, ook wel penwortel genoemd, waaruit de zijwortels gaan groeien. Bij een stek is het een ander verhaal. De onderzijde van het stekje fungeert dan als hoofdwortel en vanuit hier groeien alleen zijwortels. De zijwortels vertakken, deze vertakkingen vertakken zich ook weer en zo groeit het wortelstelsel. Op alle wortels groeien kleine haartjes, deze worden wortelharen genoemd. De kleine haartjes vergroten het worteloppervlak en halen door middel van het water de voedingsstoffen uit de bodem. De wortels geven dit door aan de rest van de plant.

Wat zijn de ideale omstandigheden voor de vegetatieve fase?

Een goede vegetatieve fase is de basis voor het begin van een goede generatieve fase. De bloeifase waarin de plant bloemen genereert. Wat de plant nodig heeft om te groeien is voor een buitenkweek het zelfde als een binnenkweek. De kunst is om alle factoren in de juiste verhoudingen aan de plant toe te dienen. Door het verschil in leefomgeving, binnen of buiten, zijn er ook verschillende aspecten waar je rekening mee dient te houden.

Binnenkweek

Binnen kweek je in een kweekruimte of -tent. Hierdoor heb je bijna de hele groeiperiode zelf alles onder controle. Bij een cyclus van minimaal 16 uur licht en 8 uur donker blijft de plant in de groeifase. In de regel houdt men 18 uur licht aan, dit om stress en voortijdige bloei te voorkomen en stroomkosten te beperken. Wanneer je overschakelt naar 12 uur licht en 12 uur donker, gaat de plant over naar de bloeifase. Je kunt de lichtduur zelf verlengen tot 24 uur. Want hoe meer fotosynthese er is, hoe sneller de plant zal groeien. Als er meer fotosynthese plaats vindt, zul je ook meer lucht, in dit geval CO2, moeten aanvoeren in je kweekruimte. De capaciteit van de afzuiging is dan van groot belang. Door de explosieve groei van de plant door de verhoogde fotosynthese zal je ook meer water en meer voedingsmiddelen aan de plant moeten geven. Hoe meer aandacht je besteedt aan de bovenkant, hoe meer aandacht je moet schenken aan de onderkant. Zo houd je de verhoudingen gelijk. Om dit zo goed mogelijk te doen, is het raadzaam te investeren in apparatuur om de temperatuur en vochtigheid te kunnen meten en regelen. Ook een PH- en EC-meter zijn dan raadzaam om aan te schaffen zodat de plant de voeding ook goed kan opnemen. Of om te voorkomen dat er zoutophopingen ontstaan tussen de wortelhaartjes die de opname van voeding door de plant belemmeren. Kweek je met Biotabs, hoef je geen PH te meten. Deze voeding is afgesteld op kraanwater.

Buitenkweek

Bij de buitenkweek valt er weinig te regelen. De zon, de regen en de wind nemen het hier van je over. De zon schijnt of ze schijnt niet. Is er veel of weinig bewolking. Harde wind en regen kunnen schade toebrengen aan het nog groeiende plantje. Slakken en anderen dieren zien het plantje aan voor een rijkelijke maaltijd. Maar ook ongedierte en ziekten liggen op de loer en kunnen veel schade aanrichten. Bij buiten kweken gaat het er in de gehele levenscyclus dan ook meestal om de plant te beschermen tegen deze gevaren en het verdedigingsmechanisme van de plant zelf te bevorderen. Het plaatsen van gezelschapsplanten helpt ook goed tegen plagen en ziekte. Dit zijn andere planten zoals Kamille en Lavendel. Planten met een geur en een kleur houden rovende insecten tegen of verjagen ze zelfs. Daarbij trekken ze vriendelijke bestuivers zoals bijen aan. Daarbij verhult lavendel de geur van cannabis en kamille is heerlijk om thee van te zetten. Er zijn ook middelen die je op de plant kunt sproeien om ze te beschermen, maar gebruik deze niet als de plant al bloemvorming heeft. De planten etende beestjes houden niet van tocht. Zet daarom buitenplanten op een plaats in de tuin waar een beetje wind staat. Door hier en daar enkele grote bladeren te verwijderen ontstaan er ook meer ventilatie.

Waarom is een goede start belangrijk?

Een goede bloei begint na een goede groeifase. De groei begint goed als de zaailing succesvol is ontkiemt. Zo is elke fase belangrijk voor een goede oogst. Om stevige toppen te krijgen, heb je ook een stevige plant nodig. Zoals eerder al genoemd werd, is een plant boven de grond net zo groot als onder de grond. Dus het groeien van de plant is ook het groeien van het wortel stelsel. Met een groot wortelstelsel heeft de plant een groot oppervlak om de voedingsstoffen uit de aarde te halen. De plant kan dus veel meer voeding opnemen in de bloeifase. Wat zal resulteren in grote en stevige toppen.

Waar moet je op letten bij de vegetatieve fase

Aarde

Bij Sirius gaan we uit van een biologische kweek. Het Kweekmedium dat geadviseerd wordt is potgrond. Houd de grond goed luchtig zodat er veel zuurstof bij de wortels kan. Dit kan je doen door kokos, perliet en basaltmeel door de potgrond te mengen. Geef niet te veel water in de groeiperiode. Als de grond te nat is worden de wortels lui, want er is immers water genoeg. Een te natte grond vergroot ook het risico op schimmels en wortelrot. Houd je de aarde iets aan de droge kant, stimuleer je de wortels om opzoek naar water gaan. Dit zal resulteren in een sterkere wortelgroei.

Lucht

Zorg voor voldoende afzuiging bij een binnenkweek, zodat er constant verse lucht aanwezig is in de kweek ruimte of in de kweektent. Plaats een ventilator in de ruimte. Niet alleen om een luchtcirculering te verkrijgen, maar ook om de plant sterker te maken. Boots met de ventilator een lekker briesje na. Door de beweging van de wind zal het stammetje sterker en dikker worden. Buiten is het vaker een gevecht tegen de wind. Plaats bamboestokken in de grond rond de plant om de bewegingsvrijheid te beperken.

Licht

De zon is de beste en zuinigste kweeklamp die er bestaat. Helaas kunnen we er maar enkele maanden gebruik van maken om cannabis mee te kunnen laten groeien. Een stralende zon met 25 graden en een beetje wind is natuurlijk ideaal. Maar ook op bewolkte dagen zal cannabis in de maanden met de langste zonuren goed groeien. Wil je het zonnetje naar binnen halen? Let dan op dat je een lamp gebuikt die geschikt is voor de groeifase. Er zijn lampen die speciaal bedoeld zijn voor de groeifase of bloeifase. En full-spectrum lamp kun je voor beide fases gebruiken. Voorkom bij de binnenkweek dat de plant te hoog groeit, zodat je altijd de juiste afstand tot de lamp kunt handhaven. Een cannabisplant zal ook in de bloeifase nog in hoogte toenemen.

Voeding

Kies voeding die geschikt is voor de groeifase. De voedingsbehoefte van cannabis in de groeifase is anders dan die in de bloeifase. Calcium, magnesium, kalium en stikstof zijn voedingstoffen die bijdragen aan een betere groeifase. Je kunt deze stoffen toevoegen aan het voedingswater. Maar je kunt ook bijvoorbeeld beendermeel, vleermuizenmest en eierschalen van te voren mengen met de kweekaarde. Gebruik je minerale voedingsmiddelen, gebruik dan niet te veel. Al houd je je aan de aanbevolen hoeveelheid, bestaat de kans dat het water in de aarde verdampt en de voeding gaat kristalliseren. Hierdoor raken de wortelmonden aan het einde van de wortelharen verstopt en belemmert dit hun juist om voeding op te nemen.